Het Koningsplein in Tilburg is een knalhard plein met een rijke geschiedenis. Komende jaren transformeert het van een stenen vlakte met gesloten bebouwing naar een verbindende plek met een groene wei. Historicus Joost op ’t Hoog van de gemeente Tilburg brengt een ode aan het Koningsplein.
Op tafel verschijnen foto’s uit het archief van de gemeente Tilburg. “Er zit zó veel gelaagdheid in dit plein”, begint Joost. “Dat is niet in één beeld van een specifiek tijdperk te vangen. Iedere plek is onderhevig aan lagen en verhalen die je bovenop elkaar legt. Zo ook het Koningsplein, waar we een nieuw hoofdstuk aan toevoegen. Het past bij de ontwikkeling van een stad. Ik vind dat je iedere nieuwe tijdslaag een kans moet geven. Niet blijven hangen in nostalgie, maar verhalen blijven vertellen. Zo houden we de gedachte van weleer overeind en geven we een nieuwe betekenislaag aan een nieuw tijdperk.”
Het Koningsplein kent een geschiedenis van zo’n twee eeuwen. Koning Willem II liet hier dichtbij in 1847 een paleis bouwen. Voor het gebied rond het paleis en de tuinen werd een plan ontworpen. “Dat kreeg de naam Koningswei (Koningswaai op z’n Tilburgs). Het moest een woonwijk voor de gegoeden in de maatschappij worden. Die hadden echter weinig belangstelling, waardoor er vooral eenlaags woningen met een kap werden gebouwd voor mensen die in de omliggende fabrieken werkten. Het kreeg al snel de reputatie van een volkswijk. Saillant detail; de wijk stond bij iedere regenbui onder water, want het was één van de laagste punten in de stad. En zo werd de wijk een oncomfortabele plek om te wonen. Veel van de textielindustrie ging kopje onder en rond 1960 werden de woningen afgebroken. Namen als Koningstraat en Prins Hendrikstraat verdwenen. In noodtempo werd er een nieuw stuk stad gebouwd. Het grote plein werd het Koningsplein genoemd. De geschiedenis herhaalde zich; de parkeerkelder kende lang waterproblemen.”
“Het nostalgisch gevoel van een wijk met sociale samenhang werd rigoureus weggevaagd. Het was tijd voor iets nieuws. Iets beters. Het gevoel van een hechte gemeenschap en sociaal contact is iets waar we bij veel nieuwbouwplannen naar terug verlangen. Dat gevoel zit diepgeworteld in Tilburg. Het verstedelijkingsplan van Bakema & Van den Broek, uit de jaren ‘50, droeg daar in ieder geval niet echt aan bij. De stad zou zich voorbij de Paleisring ontwikkelen met een groot plein, veel woningen, een grote ondergrondse parkeergarage en maatschappelijke voorzieningen. De stad kreeg groeistuipen. Op het bedachte plein moesten de markt en andere festiviteiten een plek krijgen.”
“Het plein werd knalhard, met nauwelijks ruimte voor groen. Het werd een plek waar veel mensen kwamen, maar waar niemand bleef. Het was puur een stedenbouwkundige poging om het oude centrum met een nieuw stukje stad te verbinden. Het werd een hele functionele plek. Het idee van een grote open ruimte in een stad was heel plausibel. De markt en de Tilburgse kermis kregen ruim baan. Maar dat was het. Het is verder nooit een verblijfsruimte geweest. Je kwam voor de functies aan het plein, zoals het ‘Kultureel Sentrum’ en de bibliotheek. In de jaren ’90 werden er kunstgrepen bedacht om het plein aantrekkelijker te maken. Een nietszeggende plint voor het voormalige Kultureel Sentrum en een stalen pergola werden toegevoegd. Het werkte niet. Het plein bleef desolaat met veel steen en beton.”
“Het waren de gebouwen die mensen trokken. Niet het plein. Behalve als er markt was. De markt is altijd heel aaibaar geweest en heeft bij iedere Tilburger een plekje in het hart veroverd. Het was voor mensen met een geringe beurs dé plek om de wekelijkse boodschappen te doen. De markt had een hoge dichtheid en werd goed bezocht, mede dankzij de centrale ligging. Zo kennen veel mensen het Koningsplein ook; met dicht op elkaar staande kramen met veel volk. De markt was echt een factor van betekenis in de stad en is door de jaren heen nauwelijks gekrompen. Datzelfde geldt voor de kermis. Op het Koningsplein stond lang de ‘nostalgische kermis’, maar later ook het grotere geweld. Dat was echter maar voor één dag in de week of 10 dagen per jaar. Perfect voor de kraamhouders met hun busjes en vrachtwagens, maar verder was het een stille vlakte.”
“Ik heb zelden iemand gehoord die uitermate tevreden was over het Koningsplein. Er werd vooral over gemopperd. Het vervulde zijn functie voor grote evenementen. Er werd wel nagedacht over hoe het Koningsplein onderdeel van de binnenstad kon worden. Het had geen logische looproute vanuit het centrum. Met de afronding van de Piushaven is daar verandering in gekomen. De haven is een fantastische plek met nieuwe functies, nieuwe woningen en veel levendigheid. De route naar het centrum en andersom loopt via het plein. Koningswei wordt straks een aangename verbinder tussen het centrum en de Piushaven. Een plek voor ontmoeten en verblijven in het groen. Een woongebied waar mensen er voor elkaar zijn en dat voorbereid is op de veranderende klimaatomstandigheden. Het krijgt een nieuwe betekenislaag met meer samenhang in de stad.”